Natuur & Ruimtelijk Ontwerp
Project: Ecologisch Energie Netwerk (EEN)
Eindhoven (pilot)
STUDIO 1:1 in samenwerking met LOLA Landscape Architects en .FABRIC
Introductie
In het project EEN (Ecologisch EnergieNetwerk) worden de mogelijkheden voor natuurontwikkeling van het maaiveld onder hoogspanningslijnen onderzocht. Door veiligheidswetgeving zijn deze gebieden onbebouwd en liggen ze er verlaten bij. Door de toenemende energiebehoefte zal het energienetwerk verder worden uitgebreid. De ontwerpers zien mogelijkheden voor het ontwikkelen van een wijdvertakt ecologisch netwerk onder de lijnen. Zo kan de uitbreiding van het hoogspanningsnetwerk onverwacht een impuls geven aan het stagnerende natuurbeleid, ooit vertaald in een Ecologische Hoofd Structuur (EHS) en kan de ruimtelijke kwaliteit van de gebieden in één moeite door verbeterd worden.
Ontwerpstrategie om een samenhangend ecologisch netwerk en een waardevolle recreatieve structuur
Bestaande natuurgebieden in Nederland kunnen door de groene ruimten onder de hoogspanningslijnen met elkaar worden verbonden tot een wijdvertakt netwerk: het ecologische energienetwerk EEN. In het bebouwde gebied vormen de ruimten onder de lijnen groene aders die natuurgebieden met elkaar verbinden en de biodiversiteit verhogen. De zones kunnen hier een recreatieve functie krijgen. In een pilot wordt de eerste kilometer EEN gerealiseerd.
Tactieken
Belemmeringen
Aan de basis van het project staat het afstudeerproject van Lucas Zoutendijk (STUDIO 1:1) aan de Design Academy te Eindhoven. Daarop volgde een gesubsidieerd onderzoekstraject (binnen de Studio for Unsolicited Architecture) in samenwerking met LOLA Landscape Architects en .Fabric. De stap van onderzoek naar concreet pilotproject was complex. De meerwaarde van het project moest namelijk vooraf inzichtelijk worden gemaakt voor de potentiële opdrachtgevers van de pilotlocatie. Voor elke betrokkene partij moest uitgewerkt worden wat de concrete voordelen van het project op de specifieke locatie zouden zijn.
Omgang met belemmeringen
Al tijdens de onderzoeksfase zijn de communicatie en inhoud van het project toegesneden op het overtuigen van potentiële opdrachtgevers. Aan het begin van de opdrachtfase is het totaalconcept omgezet naar een concreet pilotproject: het realiseren van de eerste kilometer van het Ecologisch Energie Netwerk. De locatie voor de pilot is in samenspraak met de opdrachtgever gekozen. Het concept is door een consortium (de drie initiërende bureaus, TenneT en het Ministerie van Economische Zaken) verder uitgewerkt, waardoor de meerwaarde voor verschillende lokale stakeholders zoals de gemeente, woningbouwcorporatie, plaatselijke ondernemers en bewoners inzichtelijk geworden is. De meerwaarde van het project bestond voor TenneT uit het verminderen van de maatschappelijke weerstand tegen de hoogspanningslijnen. De betrokken woningbouwcorporatie zag een meerwaarde in de verwachte waardestijging van nabijgelegen woningen. De gemeente zag voordelen in de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in de wijk.
Evaluatie
Leermomenten
Belangrijk was het al tijdens de onderzoeksfase betrekken van samenwerkingspartners (LOLA en .Fabric) en externe deskundigen (Alterra en het Planbureau voor de Leefomgeving). Het concept kreeg een realiteits-toets en de daadwerkelijke ecologische en ruimtelijke meerwaarde werd inzichtelijk. Alterra onderzocht het verhogen van de biodiversiteit en het Planbureau berekende de ecologische footprint van de ruimte onder het hoogspanningsnet. Net zo belangrijk was het in een vroeg stadium betrekken van grote partijen en stakeholders - in dit geval TenneT en het Ministerie van Economische Zaken - bij het project.
Succesfactoren
Door het honoreren van de subsidieaanvraag (Studio for Unsolicited Architecture) kon binnen een samenwerkingsverband onderzoek gedaan worden. Het winnen van de 1e prijs van The Green Architecture Competition heeft TenneT en het Ministerie van Economische Zaken van de meerwaarde en kwaliteit van het concept overtuigd. Een positieve rol speelde ook de toezegging van de gemeente en de woningbouwcorporatie om als partner het project verder uit te werken. Hun vertrouwen in het project heeft in hoge mate bijgedragen aan de succesvolle doorontwikkeling van de pilot.
Facts
Looptijd: 2010 - 2014
Grootte: 37 ha (pilot Eindhoven)
Schaalniveau: Landschappelijk, wijk en object
Status: Strategie en pilotproject
Opdrachtgever: Eigen initiatief: afstudeerproject Design Academy (2010) | Studio for Unsolicited Architecture (2011) | TenneT, Ministerie van Economische Zaken (vanaf 2012)
Stakeholders: Planbureau voor de Leefomgeving | Alterra Wageningen UR | Gemeente Eindhoven | Woonbedrijf | Provincie Noord Brabant | Bewoners.
Gebruikers: Flora + fauna + bewoners en lokale ondernemers + recreanten